Merel: Warme, volle en melodieuze zang. Vrij langzaam en opgewekt met een afraffeltje aan het eind.
Grote lijster zingt melancholischer/droeviger dan de merel. Minder warm/schel, sneller en kortere pauzes. Zang is monotoner.
Zwartkop: Lange snelle strofes met heldere fluittonen, snelle zang met een jodelend einde.
Tuinfluiter: snelle zang, meer brabbelend zonder fluittonen in vergelijking met de zwartkop
Merel
Grote lijster
Zwartkop
Tuinfluiter
Koolmees: Fietspomp, tweetonig, TuTi-TuTi-TuTi als ritme sirene.
Zwarte mees: Snel 3-tonig: Ti-Tu-Wie, Ti-Tu-Wie.
Glanskop: Snelle koolmees, tweetonig
Koolmees
Zwarte mees
Glanskop
Huiszwaluw is een combinatie van de beide andere zwaluwen. Herrie met muzikale klanken.
Oeverzwaluw: Herrie zonder muzikale klanken
Boerenzwaluw: Vrolijk gekwetter uit de lucht met een ratel aan het einde.
Huiszwaluw
Oeverzwaluw
Boerenzwaluw
Boompieper: Zang bestaat uit tweedelen; oplopend en dalend. Minder eentonig dan de graspieper.
Graspieper: Hele lange zang van één strofe, net als bij boompieper oplopend en dalend. Lijkt geen einde aan te komen
Boomleeuwerik: Jodelend, moet een beetje opstarten, lange strofes. "Lu-lu-lu"
Veldleeuwerik: rauwe zang, aan een stuk door zonder pauze
Boompieper
Graspieper
Boomleeuwerik
Veldleeuwerik
Houtduif: 5 elementen, schorre roep
Turkse tortel: 3 elementen
Houtduif
Turkse Tortel
Groene specht: lachende roep, minder herhalingen
Havik: vrij langzaam lachende roep, meer herhalingen
Groene specht
Havik
Snor: lagere klank, meer onafgebroken
Sprinkhaanzanger: lange ratel, hogere klank, tonen verder uit elkaar
Snor
Sprinkhaanzanger
Rietgors: één, twee, drie, ik kan het niet, niet (3 tonen na elkaar)
Rietzanger: veel krakende geluiden, af en toe hoge uithalen
Kleine karekiet: Terugkomende R-klank, kare-kare-kiet-kiet
Bosrietzanger: druktemakertje, ook met R-klank terugkomende in zang. Veel afwisseling en veel imitaties
Rietgors
Rietzanger
Kleine karekiet
Bosrietzanger
Goudhaan: hoge/schelle riedel. Prutteltje / afraffeltje aan het einde
Vuurgoudhaan: versnellend, alsof hij het er uit perst. Bozige zang (en blik). Geen prutteltje aan het einde.
Goudhaan
Vuurgoudhaan
Witte kwikstaart: musachtige roep, mechanisch.
Gele kwikstaart: tweedelige rauwe roep
Witte kwikstaart
Gele kwikstaart
Bosuil: Woo-hoe, bibberend einde
Ransuil: Hoge en schelle kreten
Bosuil
Ransuil